Met welke criteria moet je rekening houden om de MVO-impact van je inkoopstrategie te verbeteren?

MVO-impact: een optelsom die nooit nul zal zijn

Alle producten, zelfs de meest milieuvriendelijke, hebben een MVO-impact. Dat kan niet anders. De fabricage, de distributie, het transport, het einde van de levensduur en soms zelfs het gebruik ervan hebben onvermijdelijk gevolgen voor het milieu en de samenleving.

Dit MVO-effect wordt gewoonlijk beoordeeld aan de hand van specifieke indicatoren voor lucht, water, grondstoffen en volksgezondheid. In het bijzonder wordt rekening gehouden met de productie van broeikasgassen, luchtverzuring, primair energieverbruik, ecotoxiciteit van water, ioniserende straling, enz.

Er bestaan reeds mature instrumenten voor effectbeoordeling en deze worden ondersteund door internationale normen, zoals ISO 14067 voor de koolstofvoetafdruk van producten en ISO 14040 tot en met 14043 voor de analyse van de levenscyclus. Tegelijkertijd worden andere methoden ontwikkeld, zoals de door de Europese Commissievoorgestelde gestandaardiseerde milieu-labeling, de 'Product Environmental Footprint '.

Sinds enkele jaren zijn sommige fabrikanten, leveranciers en distributeurs in beweging gekomen om dit soort informatie met hun klanten te delen. De belangrijkste uitdaging op dit gebied is om de MVO-impact van hun producten en diensten bekend te maken aan degenen die ze kopen, zodat ze een weloverwogen keuze kunnen maken.

Integratie van de MVO-impact in je aankoopbeleid

In het kader van hun MVO-strategie moeten bedrijven bij hun aankoopprocessen rekening houden met deze sociale en milieueffecten. Dit vertaalt zich naar de implementatie van een verantwoord aankoopbeleid. Dit vraagt om opnieuw na te denken over het doen van aankopen met het oog op ecologische en sociale criteria, maar ook vanuit een levenscyclusperspectief. Meer concreet gaat het erom het positieve sociale effect te optimaliseren en het negatieve milieueffect te verminderen vanaf de winning van de grondstoffen tot het einde van de levenscyclus van het betrokken product.

Om dit te bereiken volgen bedrijven een actieplan in twee stappen. Allereerst kunnen zij deze criteria voor duurzame ontwikkeling in hun aanbestedingen opnemen als onderdeel van het bestek of van de evaluatiematrix voor leveranciers.

In het geval van kantoormeubilair bijvoorbeeld, kunnen inkoopafdelingen eisen dat deze producten worden gemaakt van gerecycleerde materialen of van materiaal afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Uiteraard moeten zij ook het bewijsmateriaal voor elk van deze criteria controleren, ongeacht of deze sociaal of ecologisch van aard zijn. Dit kan een certificering zijn, een label, een analyse van de levenscyclus, een verklaring op eer, enz.

Vervolgens kunnen deze criteria ook worden benadrukt in de inkoopoplossingen, d.w.z. in de elektronische catalogi die aan de interne klanten ter beschikking worden gesteld. Deze laatste kunnen dan weloverwogen keuzes maken door de voorkeur te geven aan producten met minder MVO-impact.

Wat zijn de criteria voor je indirecte aankopen?

Afhankelijk van het soort product zullen bepaalde sociale en milieucriteria meer of minder belangrijk zijn om in het aankoopproces te integreren. Voor indirecte aankopen of C-Class aankopen moeten vijf belangrijke criteria worden bekeken.

Behoud van de hulpbronnen

Deze producten minimaliseren of optimaliseren het gebruik van hulpbronnen (grondstoffen, water en energie) in hun samenstelling. Dit kan de vorm aannemen van producten die gemaakt zijn van gerecycleerd materiaal, materiaal van biologische oorsprong (d.w.z. hernieuwbaar) of materiaal dat afkomstig is uit duurzaam beheerde bossen.

Vermindering van afval

Deze producten beperken het ontstaan van restafval tot een minimum. Het kan gaan om gereviseerde of tweedehandsproducten, maar ook om te repareren producten, waarvoor reserveonderdelen beschikbaar zijn.

Verkleining van de CO2 voetafdruk

Deze producten hebben gedurende hun hele levenscyclus een lagere koolstofvoetafdruk, omdat bij de productie en/of het gebruik ervan minder kooldioxide (CO₂) wordt uitgestoten dan bij andere producten met gelijkwaardige prestaties. Dit zijn bijvoorbeeld navulbare producten, producten die tijdens het gebruik minder verbruiken of producten met een geconcentreerde formule.

De gezondheid en het welzijn van de medewerkers

Deze producten beschermen de gezondheid van hun gebruikers, bevorderen hun welzijn en helpen zelfs hun arbeidsomstandigheden te verbeteren. Deze omvatten bijvoorbeeld ergonomische producten die spier- en skeletaandoeningen voor gebruikers beperken of producten die geen (of zeer weinig) giftige of gevaarlijke stoffen bevatten.

Maatschappelijke inclusie

Deze producten dragen bij tot de professionele en sociale integratie van mensen die ver verwijderd zijn van de arbeidsmarkt en/of mensen met een handicap. Het gaat bijvoorbeeld om producten van gespecialiseerde instellingen die integratie bevorderen of producten uit de eerlijke handel.

Het is vaak door de integratie van dergelijke criteria met betrekking tot sociale en milieuverantwoordelijkheid dat bedrijven starten met hun verantwoord inkoopbeleid. Op lange termijn moet dit echter worden gecombineerd met een evaluatie van de MVO-prestaties en het MVO-beleid van de leveranciers. Het is deze globale aanpak die bijdraagt tot de transformatie van bedrijven naar een weerbaarder en duurzamer model. Op die manier kunnen zij bijdragen tot de bescherming van het milieu en de verbetering van de samenleving, maar ook vanuit zakelijk oogpunt anticiperen op regelgeving en hun merkimago bij stakeholders ontwikkelen.

Download onze whitepaper 'Inkoopbeleid en MVO'